Een minderjarig kind van twaalf jaar of ouder dat is betrokken bij een scheiding of een rechtszaak wordt uitgenodigd voor een kindgesprek met de rechter. De rechter wil graag horen hoe het kind over de zaak denkt. Tijdens het gesprek mag het kind vertellen hoe het met hem of haar gaat, hoe het kind over de zaak denkt en wat voor het kind belangrijk is.
Totdat een kind 18 jaar is, neemt of nemen de ouder(s) met gezag de beslissingen over het kind. Of het nu gaat om de vraag waar het kind hoofdverblijf heeft of hoe vaak het kind naar de andere ouder gaat: de gezaghebbende ouder(s) beslissen. Het kan zelfs schadelijk zijn om het kind te laten kiezen op een te jonge leeftijd. Wanneer de ouders het niet eens zijn over een beslissing – bijvoorbeeld over een verhuizing – dan kan de rechter worden gevraagd een beslissing te nemen. Het is dus een misverstand dat een kind vanaf 12 jaar mag kiezen!
Het kindgesprek met de rechter
Als een van de ouders de rechter vraagt een beslissing te nemen over het kind dan moet de rechter in de meeste gevallen het kind horen voordat hij uitspraak doet. Een kind van 12 tot 18 jaar moet volgens de wet in de gelegenheid worden gesteld om zijn of haar mening te geven. De rechter kan ook jongere kinderen vragen om hun mening te geven maar is daartoe niet verplicht.
De rechtbank stuurt een brief aan de kinderen, een uitnodiging om te komen praten. Het kind is niet verplicht te komen. Als het kind niet op gesprek wil komen maar wel iets wil laten weten dan kan het kind een brief schrijven aan de rechtbank. De rechtspraak heeft een website gemaakt over het kindgesprek die speciaal is gericht aan kinderen: www.rechtvoorjou.nl/naar-de-rechter/mijn-ouders-gaan-scheiden.
De mening van het kind is niet beslissend voor de zaak. De rechter houdt rekening met de wensen van het kind maar gaat ook in gesprek met de ouders. Uiteindelijk neemt de rechter zelf een beslissing. Die beslissing hoeft niet hetzelfde te zijn als de wens van het kind. Ik geef twee voorbeelden:
Kindgesprek leidt tot wijziging zorgregeling
In een procedure bij de rechtbank Middelburg hebben de kinderen bij de rechter aangegeven om de week van vrijdag na school tot zondagavond bij de vader te willen zijn. Zij willen niet een regeling tot maandagochtend of op schooldagen omdat zij zich dan moeten haasten om op tijd op school te zijn.
De rechtbank besluit daarom af te wijken van de wensen van de ouders en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderen uitten hun wensen al voor een langere periode. De rechtbank vindt dat de vader zich moeten richten op de kwaliteit van de tijd met de kinderen, niet op de duur daarvan. Een zorgregeling tegen de wensen van de kinderen in zal ook niet goed zijn voor het contact tussen de ouders en hun kinderen. De rechtbank verandert daarom de zorgregeling naar de wens van de kinderen.
Rechter volgt wens kind niet
Een voorbeeld waarin de rechter na het kindgesprek niet de wens van het kind volgde, speelde in een procedure in hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam. De ouders waren het niet eens over de vraag of de moeder met hun dochter mocht verhuizen en in de nieuwe woonplaats het kind mocht inschrijven op de basisschool. Het kind gaf aan dat zij bij haar moeder wilde blijven wonen en mee wilde verhuizen.
Het gerechtshof volgde de wens van het kind niet. Het hof denkt namelijk dat de wens van het kind een gevolg is van de ruzie tussen de ouders. Het hof oordeelde dat het belangrijker is dat het kind haar leven in een vertrouwde omgeving kan voortzetten. Ook zou bij een verhuizing het contact tussen de vader en zijn dochter minder worden. Het belang van het kind week dus af van haar wens en daarom heeft het hof de verhuizing afgewezen.
Vraag om advies?
Stel uw vraag over het kindgesprek, alimentatie of omgang en gezag. Neem contact op om te vragen of wij u kunnen helpen: 070 302 40 30 of het contactformulier.